Als ouderen het hebben over jongeren hoor je ze vaak zeggen ”die jeugd van tegenwoordig”. Dit klinkt niet positief en doet vermoeden dat de jeugd van nu heel anders is dan in hun tijd.  Spelcomputers, telefoons zijn in hun ogen de grote boosdoeners. 

 

Als je nu op de middelbare school zit, heb je het druk. Toetsweken, werkstukken en veel verplichte vakken. Ook heb je te maken met facebook, instagram en Whatsapp om er maar een paar te noemen en moet je veel informatie tot je nemen en verwerken. Een druk bestaan dus. Een baantje erbij is ook wel prettig om een beetje extra te verdienen om in het weekend te kunnen uitgaan of een duur festivalkaartje te kunnen kopen. Tenminste als je al 18 bent, want anders moet je je vertier elders zoeken.

 

Als je veertien bent geworden en je wilt je vrienden ontmoeten, dan ben je veroordeeld tot internet. Thuis op de bank onderhouden ze hun contacten. Grote boosdoener is de horecawet, die bepaalt dat ze nog niet echt uit mogen.

 

In mijn tijd, dat klinkt alsof ik al heel oud ben, was het “huiswerk klaar, dansen maar!” 

Veel ouders zullen zich dit ook herinneren, want in de jaren ‘70 en ‘80 puilden de dansscholen letterlijk uit. De hele week keek je uit naar je wekelijkse dansles en dansavonden in het weekend. Gezellig kletsen met al je vrienden en dansen op de nieuwste hits uit de top 40. Jongeren van nu kennen dit fenomeen nauwelijks. In onze dansschool merken wij dat veel jongeren met heel veel plezier bij ons over de vloer komen, dansen en veel nieuwe vrienden leren kennen. Gezelligheid met elkaar en elkaar ontmoeten, dat is belangrijk. Maar als je dit niet kent, klinkt “dansschool” wel heel saai. 

Ouders, vertel uw kind eens over hoe je zelf vroeger uit ging, hoe leuk het was om te gaan dansen en stimuleer ze om eens een kijkje te gaan nemen. Ik weet zeker dat dit de eerste stap is.